Karnavalesk

Zo, dat was Carnaval weer voor 2015. Wat vroeger een Christelijk feest was dat de vastenperiode aankondigde, is vandaag de dag voor de Brabander en Limburger een vrijbrief om voor vijf dagen door middel van drank, verkleedpartijen, seks en optochten te vluchten voor de werkelijkheid. Een werkelijkheid die in deze wereld vandaag de dag onwerkelijker voelt dan ooit tevoren.

Zelf kom ik uit het Noord-Brabantse Uden, maar mijn Limburgse vriendin en ik hadden besloten om het dit jaar alleen in de zuidelijkste provincie van Nederland carnaval te gaan vieren. In Brabant betekent carnaval: Gebroeders Ko, The Party Animals, ME busjes en tieners die elkaar staan te vingeren op de dansvloer. Doorgaans ligt er meer kots en bloed dan confetti op straat. Nee, daar hadden we geen zin in. Op naar het Limburgse geboorteplaatsje van mijn vriendin om het echte ouderwetse carnaval te vieren met polonaises en Rowwen Heze.

Zondag lieten we dan ook het geschal van hardstyle uit de carnavalswagens achter ons en reden we Uden uit om ons over de Middenpeelweg naar Noord-Limburg te begeven. Een lange, eentonige weg die achteraf een vooraankondiging bleek te zijn van de even vervelende eentonige driedaagse viering die ons te wachten stond.

Twee dagen lang is het me gelukt om het carnavallen te beperken tot enkele uurtjes drinken, maar dinsdag was het D-Day: het Matinee. Om 13.00 uur stonden we al binnen in het plaatselijke jongerencentrum om voor iets meer dan twintig euro een pul te ontvangen die gedurende de middag onbeperkt bijgevuld kon worden. Mijn vriendin was gehuld in een peperpak, ik was verkleed als taco.

De eerste pul viel als een dubbele donkerbruine boterham met Old Amsterdam kaas op de maag. Om te voorkomen dat de inhoud van de pul lauw werd of dood sloeg, waren we echter genoodzaakt om er een stevig tempo in te houden. Om 15:00 was ik dan ook inmiddels acht pullen verder en stond ik op de dansvloer mee te schreeuwen met Africa van Toto, een van de weinige nummers die ik wel kon verstaan. In ieder dorpje letten de mensen erg op elkaar en hier was dat niet anders. Ik was kennelijk een nieuw gezicht, een zogeheten ‘Boetenderpse’ en hoewel de meeste dorpelingen daar erg vriendelijk zijn, kreeg ik in het voorbijgaan af en toe fluisterend dit scheldwoord toegesnauwd.

Toen rond 19:00 uur de meeste bezoekers nog maar moeilijk op hun benen konden staan, werd het matinee besloten en was het tijd om naar het volgende café te gaan. Na te hebben gepind, stapten we het stamcafé van het dorpje binnen, waar een benauwende doordringende kaklucht op ons af kwam. Het publiek was in deze kroeg beduidend ouder en de lichamen van deze carnavalsveteranen hadden ruikbaar moeite met de grote hoeveelheid bier en fastfood van de afgelopen dagen. Na ook vandaag weer uren op de been te zijn en met de tap te hebben gestreden, waren ze langzaam de controle kwijtgeraakt over hun uitlaatgassen en afwateringssysteem. Dan maar even wat gaan eten. Nadat we naar huis zijn gestrompeld, ging de friteuse aan om een bodempje te leggen voor de verdere avond. De twee verorberde kroketten vielen echter totaal verkeerd en vermoeid klom ik de trap op om even te liggen om het eten te laten zakken.

Ik word om 03:00 uur wakker en mijn vriendin, schoonouders en schoonbroer zijn inmiddels gaan slapen. Carnaval is afgelopen. Ik heb drie dagen om bij te komen en een jaar om te vergeten dat dit feest eigenlijk helemaal niet leuk is.

Plaats een reactie